“De tijd gaat sneller in de tropen. Voor mijn gevoel heb ik twee keer met mijn ogen geknipperd en is er weer een jaar voorbij. Niet dat er niets is gebeurd het afgelopen jaar, integendeel. We leven alweer een jaar met het nieuwe coronavirus, en ook hier in het ziekenhuis was er sprake van een tweede golf. Inmiddels is COVID-19 één van de zovele ziektebeelden die we hier zien en gaat het leven hier ‘gewoon’ door. Heel anders dan in mijn thuisland.
Naast dat ik klinisch gezien niet stil heb kunnen zitten (de bezetting in het ziekenhuis qua dokters is sinds ik hier ben achteruitgegaan omdat er 3 collega’s in opleiding zijn gegaan, er één is overleden en er geen nieuwe dokters voor in de plaats zijn gekomen), heb ik me inmiddels ontpopt als echte projectmanager en fondsenwerver. Tijdens de corona-epidemie hebben we een prachtig bedrag op kunnen halen voor de bescherming van de staf en het behandelen van de patiënten met COVID-19. De afgelopen jaren heb ik donors kunnen vinden voor specifieke projecten voor kinderen; de zorg voor kinderen met brandwonden, het opvolgen en opereren van kinderen met hazenlippen en de zorg voor kinderen met ondervoeding. Aangezien deze patiënten vaak langdurige zorg nodig hebben is dit iets wat ouders vaak moeilijk zelf kunnen betalen. Het lastige is dat dit soort donors niet voor tientallen jaren deze kosten kunnen en willen dragen, en daarom is het de uitdaging om te zoeken naar een lange-termijn oplossing. Deze maand is het contract getekend met Smile Train, een Amerikaanse NGO die de operaties en de zorg rondom kinderen met een hazenlip bekostigt voor de komende 5 jaar. Daarmee is dit project dan ook het eerste echt duurzame project wat ik heb kunnen realiseren!
De echte grote klapper kwam overigens enkele weken geleden; de AFAS Foundation heeft bevestigd dat zij de bouw van een nieuw consultatiebureau en verloskundige polikliniek gaat bekostigen! Dit wordt een enorm project van meer dan 80.000 euro. Hiermee zal ik de komende tijd wel zoet zijn, maar ik heb enorm veel zin in deze uitdaging die het ziekenhuis een grote stap in de toekomst zal laten zetten. Een toekomst die hopelijk inhoudt dat het ziekenhuis van districtsziekenhuis naar regionaal verwijsziekenhuis groeit, en daarmee de bezetting in personeel en de financiën een boost zal geven.”