God is overal. Op de Tanzaniaanse televisie, in het katholieke ziekenhuis en ook in het algemeen taalgebruik. Voor veel mensen is dat nogal logisch, maar voor een niet-gelovige als ik was het even wennen. Inmiddels doe ik vrolijk mee. De patiënten vinden het wel prettig als de blanke arts over God praat alsof Hij samen met hem de behandeling voert. En begin niet over procenten, kansen of geluk om uit te leggen dat het niet zeker is of een patiënt beter wordt. Christen, moslim of heiden, allemaal begrijpen ze het als je zegt dat de narcose erg zwaar was voor opa en dat hij Gods hulp nodig heeft om wakker te worden. Of dat onze medicijnen niet helpen, maar dat als de vrouw met uitgezaaide kanker naar huis gaat ze misschien nog wel een tijd bij haar familie kan zijn. Als God het wil. En als de patiënt dan dood gaat klinkt het berustend: ‘Mungu yupo.’ God is er.
Toch ben ik het niet altijd eens met die alomtegenwoordigheid. Ik heb een donkerbruin vermoeden dat in dit land God door artsen regelmatig wordt misbruikt om medische missers te verdoezelen. Nabloeding na operatie? Overdosering medicijnen? Onderbehandelde infectie? De wil van God.
Patiënten en familieleden doen hetzelfde. Het gebeurt al te vaak dat ze de Voorzienigheid verwarren met eigen nalatigheid. De zwangere vrouw die na vier dagen thuisliggen met stuipen eindelijk naar het ziekenhuis wordt gebracht. De man die stopt met het slikken van hiv-remmers en een jaar later met een afweer van nul wordt opgenomen. De jongen met een darmperforatie door buiktyfus die vijf dagen thuisblijft voordat hij bij ons komt. Ouders die erop staan hun premature baby van nog geen anderhalve kilo mee naar huis te nemen. Als het misgaat, is dat dan de wil van God? Ik geloof er niks van.
In Nederland moet je voorzichtig zijn patiënten te wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid. Terecht: ze voelen zich al rot genoeg en waarom zou je ze nog ongelukkiger maken? Hier accepteren mensen felle moraliserende woorden van de dokter nog. Maar waarom doe ik het eigenlijk? Hebben de mensen hier geen last van schuldgevoel? Natuurlijk wel. Deels zal het mijn eigen woede en onmacht zijn dat ik er een genoegen in schep ze fijntjes te laten weten wiens schuld het nu echt is. Maar ik probeer ook te vragen wat de redenen van hun gedrag waren. Heel vaak is het wel te begrijpen. Geen geld, geen vervoer, niemand om voor de kinderen te zorgen. En mensen begrijpen vaak oprecht het verband tussen oorzaak en gevolg niet.
Voor de patiënt in kwestie is het kwaad al geschied, maar ik hoop dat een beetje schuldgevoel kan helpen voor een volgende keer. Voor de tien ongevaccineerde kinderen thuis, of de buurman die al twee jaar aan het hoesten is en is afgevallen en niet naar de dokter durft, of de volgende keer dat een vrouw die een paar maanden zwanger is opeens hevige buikpijn krijgt.
Gemeen? Een harde les? Zeker. Maar het leven is hier ook hard. Met of zonder God.
Rob Mooij