Alhoewel ik het vaak over het opereren heb, vormt het opereren maar een klein gedeelte van mijn werk. Het merendeel van de patiënten komt met een ziektebeeld wat in Nederland bij de interne geneeskunde zou aankloppen. Het merendeel zijn patiënten met infectieziekten, maar af en toe komen er ook patiënten binnen met een typisch ‘westers’ ziektebeeld die in Nederland heel normaal, maar hier zeldzaam zijn. Onlangs hadden we een jongen van een jaar of 16 opgenomen – ze weten zelden hun echte leeftijd – met type 1 Diabetes. Een van de redenen dat type 1 suikerpatiënten hier zo weinig voorkomen is de ‘eenvoudige reden’ dat ze bijna altijd een maar heel kort leven geschonken zijn. Ook Kinanda was al eigenlijk door de verpleging opgegeven. Met insuline wisten wij hem vrij snel uit zijn coma te halen. Maar de grootste uitdaging zou pas daarna volgen: hoe kon hij met een goed plan van aanpak voor zijn suikerziekte naar huis?
We zijn het maar stap voor stap gaan aanpakken. Eerst Kinanda en zijn moeder maar eens uitgelegd wat suikerziekte is en hoe de behandeling werkt, want die moeite had niemand nog genomen bij eerdere opnames. Vervolgens aan Kinanda geleerd hoe hij zichzelf kon injecteren; maar daarbij kwam het volgende probleem al snel om de hoek kijken; Kinanda kon niet lezen of schrijven. En dus ook niet lezen hoeveel hij moest injecteren van welke soorten insuline. ‘Even’ leren lezen en schrijven was een beetje te hoog gegrepen, maar door met kleuren te werken kon hij makkelijk de snel en de langzaam werkende insuline soorten uit elkaar houden (combinatiespuiten bestaan hier niet). Maar voor de verschillende hoeveelheden zou hij toch cijfers moeten leren te herkennen. Kinanda sprak helaas geen Engels of Swahili, enkel Masai. Maar gelukkig hadden we op hetzelfde moment een Masai op de afdeling liggen die wel cijfers kon schrijven en het aan Kinanda kon uitleggen. Zelf lag hij voor een flink aantal weken met een tractie op de afdeling voor zijn bovenbeensfractuur; enige afleiding was voor hem dus ook wel welkom. Ook voor het laatste obstakel hadden we wat fantasie nodig: insuline preparaten moet je normaal koel bewaren, maar dit is in een hutje op de Serengeti niet vanzelfsprekend. Een aardewerken pot gevuld met zand en water en de schaduw van de hut met daarin een plastic zakje met de medicijnen zou de oplossing hiervoor worden. Omdat Kinanda heel erg onregelmatig in zijn insulinebehoefte was, hebben Mariska en ik voor hem een glucose-meter gekocht. Omdat de strips te duur zijn voor zijn familie, subsidiëren we de strips voor hem voor driekwart van de eigenlijke prijs.
Kinanda heb ik hierna nog een paar keer gezien, een keer moest hij nog opgenomen worden vanwege zijn suikerziekte maar over het algemeen gaat het goed met hem. De laatste keer dat ik hem zeg was hij inmiddels een Morani (krijger) geworden.