Yvonne van Oirsouw is samen met haar man Pim van Leeuwen al ruim anderhalf jaar door Tweega uitgezonden naar Shirati Hospital. Zij werkt er op de Verloskunde afdeling en polikliniek. Hieronder vertelt zij over de ontwikkelingen in het ziekenhuis.
‘Nu we nog maar een half jaar Shirati hospital te gaan hebben, begin je terug te kijken op de tijd die al voorbij is gegaan. Ik weet nog dat ik de eerste dag bij de verloskunde afdeling kwam en er niemand aanwezig was om me in te werken of rond te leiden. Toen ik vervolgens voorstelde om maar visite te gaan lopen, werd ik vreemd door de verpleegkundigen aangekeken. Hoe kon ik nu visite willen gaan lopen? Ten eerste was het pas half negen ’s ochtends en ten tweede was het dinsdag en werd er nooit visite gelopen op dinsdag. Op de verloskamers was het niet anders. Vliezen breken? Inleidingen? Vacuümpomp bevallingen? Dat doen we hier niet hoor….
Verandering kost tijd en heel veel geduld. Maar stel je eens voor dat iemand van een ander continent zomaar van het ene op het andere moment van alles anders wil doen, omdat dat volgens hem of haar de beste manier is. Niet vreemd dat er dan eerst wat geprotesteerd wordt en pas bij het zien van positieve effecten wordt geaccepteerd dat het ook anders kan.
In de tijd dat we hier zijn heb ik ontzettend veel geleerd over het werken in een ontwikkelingsland met andere culturele achtergrond, verschillen in medische opleiding, schaarste in middelen en infrastructuur en het ontbreken van goede regels en protocollen. De band met de verloskundigen is na anderhalf jaar erg hecht geworden; zij staan open voor mijn ideeën en ik sta open voor hun meningen. Vooral bij drukte werken we nauw samen en ik merk dat de verpleegkundigen dit erg waarderen. Hierdoor zie ik dat in de tijd dat we hier nu zijn het toch gelukt is om het taboe over vliezen breken, vacuümextracties en inknippen tijdens de bevalling te doorbreken, waardoor het aantal keizersneden, langdurige bevallingen en zuurstoftekort bij de geboorte terug kan worden gebracht. Ook doen we tegenwoordig steeds meer goed geprotocolleerde inleidingen en raken de verloskundigen steeds meer bekend met deze manier van werken, zodat dit ook in de toekomst voortgezet kan worden. Daarnaast hebben we in juni samen met een groep Amerikaanse studenten een ‘Helping babies breath’ training verzorgd, waarbij de reanimaties van pasgeboren baby’s werd geoefend. Begin volgend jaar wil ik deze training nogmaals herhalen.
Het aantal bevallingen in het ziekenhuis is gestegen van 130-150 naar 180 per maand. Daarnaast krijg ik steeds meer consulten bij de echografie van de antenatale kliniek, waardoor ik voor deze problematische gevallen ook meteen een goed beleid voor de rest van de zwangerschap en de bevalling kan opstellen.
Naast het verloskundige werk hebben we ook een project voor de ‘family planning’ opgezet. Samen met gynaecologen in opleiding uit de VS hebben we een anticonceptie voorlichtingsfolder gemaakt, die we aan alle vrouwen die in het ziekenhuis zijn bevallen uitdelen. Deze folder is recent ook door een organisatie die vooral naar de kleine dorpjes gaat gebruikt om daar voorlichting te geven. Daar zijn we natuurlijk ook erg trots op en blij mee. Kennis is toch de eerste en meest duurzame stap in de goede richting!
Het laatste half jaar hoop ik alles wat ik tot nu toe heb bereikt nog zo veel mogelijk te oefenen en te implementeren met de verloskundigen, omdat zij de meest constante en betrouwbaarste factor op de afdeling zijn. Daarnaast heb ik van de verloskundigen nog het verzoek gekregen om onderwijs te geven over zorg voor prematuren en de calamiteitenprotocollen te verbeteren. Verder werken we aan de financiering en bouw van een solarsystem voor de verloskunde afdeling, zodat we in de toekomst voorzien zijn van een betrouwbare en goedkopere stroomvoorziening.
Genoeg te doen nog dus!